
12
De TD-8 in een notendop
Grote [INC/+]- en [DEC/–]-knoppen
Deze knoppen zijn opzettelijk groot, zodat u ze ook met uw drumstokken kunt indrukken. Wees
echter voorzichtig, want dit zijn knoppen (en geen pads…).
Aanstuurbaar via pads, Kick Triggers, FD-7 en drumtriggers (blz. 34, 117)
Zoals de benaming “80” van de PD-80, PD-80R (pad) en KD-80 (Kick Trigger) al zegt, passen deze
perfect bij de TD-8. Maar u kunt ook gebruik maken van de volgende pads van Roland: PD-5, PD-7,
PD-9, PD-100 en PD-120, KD-5, KD-7 en KD-120. Verder kunt u er een HiHat-controller (FD-7) op
aansluiten. In theorie zou u maximaal 12 elektronische “Triggers” kunnen gebruiken.
Een sequencer voor muzikanten
Het aantal
voorgeprogrammeerde patronen
is al overweldigend (blz. 59, 85), maar u kunt er ook
zelf programmeren.
Songs maakt u door de volgorde van de patronen te bepalen (blz. 106)
Voor het instuderen van ritmische figuren is het natuurlijk handig om met opgenomen patronen
mee te spelen. Handig in dit verband is dat u de instrumenten, die u zelf wilt spelen, kunt uitscha-
kelen. Bovendien kan de sequencer van de TD-8 meer dan alleen maar drummen, zodat u ook een
inspirerende “Song” (in de letterlijke betekenis van het woord) als begeleiding kunt gebruiken.
Natuurlijk kunt u ook eigen patronen programmeren.
Als u de Brush- of Swish-/Sweep-partijen ook graag opneemt, moet u de Brush Kit
“MIDIbrsh” kiezen. Die laat namelijk toe om MIDI-data op te nemen.
Ondersteunt General MIDI (blz. 138)
Eén mode van de TD-8 is speciaal afgestemd op de weergave van General MIDI-data afkomstig
van een externe Standard MIDI File.
In deze mode vindt u bovendien een functie die toelaat om enkel die partijen uit te schakelen die
u zelf wilt spelen. Dat is bijzonder handig wanneer u een nummer op diskette als basis voor uw
oefenwerk of drumsolo’s wilt gebruiken.
General MIDI System
General MIDI System is een reeks regels die helpen voorkomen dat elke
fabrikant zijn eigen klankindeling hanteert. De klankopwekking zelf
wordt ook onder GM overgelaten aan de fabrikanten, maar op het MIDI-
vlak zijn er wel heel wat dingen, die kunnen worden uitgewisseld. Het
belangrijkste aspect van deze compatibiliteit is dat alle General MIDI-
instrumenten vergelijkbare klanken bevatten, die bovendien hetzelfde
adres (lees noot- en/of programmanummer) hebben. Als u dus muziek-
data met het General MIDI-logo ( ) afspeelt, is het vrijwel zeker dat
de baspartij ook door een bas (i.p.v. een piccolo) wordt gespeeld enz.
Komentáře k této Příručce