Roland SP-606 Uživatelský manuál Strana 57

  • Stažení
  • Přidat do mých příruček
  • Tisk
  • Strana
    / 102
  • Tabulka s obsahem
  • KNIHY
  • Hodnocené. / 5. Na základě hodnocení zákazníků
Zobrazit stránku 56
57
Hoofdstuk 5. Creëren van een patroon
1. Ga naar het Patroon Play scherm (p. 15).
2. Druk op [ ] (Opnemen) om naar het RECORDING MENU scherm te
gaan.
[ ] (Opnemen) knippert.
3. Druk op [F3] (SMPL) om naar het STEP REC SAMPLE STANDBY
(Step Recording Sample Standby) scherm te gaan.
U kunt hetzelfde resultaat verkrijgen als stap 2 door
[]
in te drukken om de cursor naar ‘Step Rec
Smpl’ te verplaatsen, en dan op [ENTER] te drukken.
4. Druk op TRACK 1-4 om de spoor te selecteren, waarop u wilt opnemen.
De knop die u indrukt knippert, en het spoor nummer verschijnt linksboven in beeld.
5. Gebruik [ ][ ] om de parameter te selecteren die u wilt instellen.
Draai de VALUE knop of gebruikt [DEC] [INC] om de waarde van de parameter te bepalen..
6. Druk op [F3] (START) om naar het STEP RECORDING scherm te gaan.
De bovenste lijn van het scherm toont de ‘maat-beat-tik’, waarop de noot wordt ingelezen.
Beschikbare Pads (degene die samples bevatten) lichten op.
7. Draai de VALUE knop of gebruikt [DEC] [INC] om de waarde van de parameter te bepalen.
8. Sla de Pad aan die de sample bevat dat u wilt invoegen.
Deze operatie wordt opgenomen.
Als u een sample van een andere Pad Bank wilt gebruiken, druk op [PAD BANK] en wissel van Pad Bank (p. 23).
Druk op [F3] (BACK) om het vorige ingevoegde sample te wissen.
Als u een sample gebruikt, waarvan de ‘Trig Mode’ (p. 50) op ALTERNATE en de ‘Loop Sw’ (p. 50)
op ON staat, dan wordt de operatie op de Pad automatisch opgenomen, zodat sample playback zich
niet herhaalt, maar stopt op het eindpunt van de sample.
9. Herhaal stappen 7-8 om meer samples in te voegen.
10. Druk op [ ] (STOP) om naar het Play scherm terug te keren.
U kunt Ongedaan maken/Opnieuw uitvoeren door [FUNC] ingedrukt te houden, en [ ]
(Top) in te drukken (p. 15).
Sample stap opname
Parameter Waarde Uitleg
Beat 1/4–32/4 Specificeert de maat.
* Dit kan niet worden veranderd voor patronen, die al data bevatten.
Meas 1–32 Specificeert het aantal maten.
* Dit kan niet worden ingekort voor patronen, die al data bevatten.
Parameter Waarde Uitleg
Velocity REAL, 1–127 Specificeert de aanslag kracht. Met de REAL instelling is dit de daadwerkelijke
kracht, waarmee u de Pad aanslaat.
Zobrazit stránku 56
1 2 ... 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 ... 101 102

Komentáře k této Příručce

Žádné komentáře